Thursday 11 November 2010

De directeur van Anglia Square

Daar stonden we weer op Anglia Square. Elke keer weer sta ik verbaasd hoe lelijk iets gemaakt kan worden. De benaming "Square" vind ik zelfs niet gepast. Het is helemaal geen plein te noemen. Het is slechts het eind van Magdalen Street, waarover een viaduct is aangelegd en de in de weg staande winkels zijn simpelweg gesloopt.
Aan een kant van de straat is er op de plaats van twee winkels wat grind gestort, zodat er geparkeerd kan worden. Aan de andere kant loopt het een beetje af, er is slechts plaats voor een groente- en fruitkraam en een hamburgerstalletje.

Het gemeentebestuur vond dit een geschikte plaats voor een busstation. Dit is een groot woord voor zo'n acht bushaltes aan beide zijden van de straat. Regelmatig raakt het verstopt door het komen en gaan van de bussen van de verschillende maatschapijen. En dan is het ook nog een van de belangrijkste verkeersaders in Norwich. Er rijden heel veel auto's langs dit punt.
Hier tussendoor wurmen zich fietsers met ware doodsverachting. Sommigen proberen wat veiligheid in te bouwen door helmen en reflecterende jassen te dragen.

Wij staan vlakbij het hamburgerstalletje, dus in de vette walm en met het geluid van de generator in de oren.
De eigenaresse heeft het gezellig gemaakt. Er staan nu twee tuinstoelen en een tuintafel die vroeger wit moeten zijn geweest. Een groezelig stel zit van hun exclusief maaltje te genieten.

Het wachten duurt weer eens lang, het lijkt erop dat de chauffeurs van gezelligheid houden. De bussen met nummer 11 rijden in groepjes van 2 of 3. Daarom wacht je in plaats van 15 minuten, 30 of 45. Wij zien altijd kans om verkeerd te gokken, nooit komt er meteen een bus. Op het bushokje zit geen vertrektijdentabel; wel een prachtige poster met de aanbeveling om informatie op te zoeken op de website. Erg handig natuurlijk op een bushalte. Het dakje is net te kort om de miezerige regen tegen te houden.

Een troost is dat er altijd wel wat te zien is op deze plek.
Mijn oog valt op een man naast de hamburgerstalletje. Hij heeft een vrij fors postuur, met een neus die merkwaardig genoeg gewoon het verlengde is van zijn voorhoofd. Misschien is hij bokser geweest? Dat hij een vaalblauw trainingspak met vlekken draagt, zegt niet zoveel. Had Sylvester Stallone in de Rocky-films een ijsmuts op? Ik meen het me te herinneren. Deze man heeft er ook een, in blauw en wit.
Als hij sportman is geweest, dan zijn de spieren enigszins naar de maagstreek afgezakt.

Van tijd tot tijd spurt hij weg van het stalletje en groet een verlopen figuur met vaalbleek uiterlijk. Ze lijken allemaal een beetje op elkaar: capuchon op van het trainingsjack, beetje voortsjouwend met een vuil rugzakje. De een draagt jeans, de ander een joggingsbroek.
"Hee maatje! Hoe is-t-ie? Lang niet gezien!" Een kort praatje, ze sloffen weer door en hij gaat terug naar zijn plek. De eigenaresse van de vette tent loopt haar zaak uit. "Doe maar rustig aan, schat.", roept hij. Blijkbaar moet ze naar de wc. Handig manoeuvreert ze tussen de bussen door naar de overkant. Ze gaat de winkel van een opkoper in en komt na een minuut of 5 terug.

Onze bokser neemt een slok van een blikje dat hij op haar toonbank heeft staan. Cider zo te zien, de zwervers aan de overkant drinken het ook.
Een taxi arriveert, hij gaat aan het begin van onze opstapplaats staan. Keurig naast de doorgetrokken gele lijn op het trottoir. De chauffeur draait zijn raampje open en steekt een shaggie op.
De man spurt opeens van zijn plaats naast de kraam weg. Even later komt hij aanracen met een bejaarde in een rolstoel. Deze moet vreselijk ziek zijn, nog nooit heb ik iemand meegemaakt die er zo slecht uitzag.

Hij opent de deur van de taxi en tilt de zieke op de bijrijdersstoel. Vervolgens klapt hij de rolstoel in en legt deze samen met de chauffeur in de achterbak. Een andere man met een verschrompeld oud vrouwtje komen aangesjokt. Terwijl deze man allerlei plastic zakken op de achterbank legt, probeert onze bokser het oude vrouwtje in de taxi te laten komen. Eerst wordt het voorover geprobeerd: hij plaatst beschermend zijn hand over hoofd. Het lukt niet, ze blijkt nogal stijf te zijn. Verder dan op haar knieen op de achterbank komt ze niet.
Achterwaards levert een grappig plaatje op: ze ligt op haar rug op de achterbank met haar beentjes trappelend buiten. Hoe onze man ook sjort, ze komt niet verder. Misschien door de plastic zakken?

De chauffeur neemt uiteindelijk het vrouwtje bij de hand en ziet kans om haar wel naar binnen te krijgen.
Blijkbaar moppert hij dat het allemaal nogal lang duurt. "Sorry maatje!", roept onze vriend, terwijl de chauffeur instapt. Hij slaat bemoedigend met de vlakke hand op het dak van de auto en zwaait terwijl deze wegrijdt. Hij kijkt de taxi nog even na en gaat dan terug naar het centrum van zijn domein. Voor een slok en wat napraten.

Onze bus komt eraan!

1 comment:

  1. Goed geschreven! Heerlijk toch, dat leven op straat, ik kan er geen genoeg van krijgen. Lekker Engels ook, dat sorry mate! Mooi.

    ReplyDelete