Thursday 9 June 2011

Reizen met de rolstoel voor beginners (deel 3)

Alweer gingen we op stap naar Engeland. We zijn benieuwd of eerdere problemen incidenteel zijn of dat er echt sprake is van structurele fouten bij de spoorwegen en andere middelen van openbaar vervoer.
Extra probleem was deze keer dat 1 van de remmen van de rolstoel kapot is.
In de bus krijgt zo'n ding dan de neiging om half weg te rijden, scheef te gaan staan. Gelukkig was het deze keer niet druk en kon ik hem met mijn voet een beetje in bedwang houden.

Op station Amersfoort was het een beetje wringen om de lift in te kunnen. Het dingetje is vrij klein en degeen die er al in stond, moest natuurlijk ook mee. Het was een dame, zonder bagage en zonder enig duidelijk fysiek probleem. Je gaat dan bijna denken dat ze probeert de zolen van haar schoenen te sparen, maar ik heb inmiddels geleerd niet te snel te oordelen. Je weet nooit wat de mensen mankeert. Ernaar vragen is ook weer zo lomp.



De treindeuren van de afdeling die bestemd is voor een rolstoelgebruiker was ook zo gevonden. We moeten altijd een beetje lachen om de vormgeving van het pictogram. Het doet een beetje denken aan een mannetje in een rolstoel met een erectie. (De Britse versie noemen wij de "Nazi op Wielen".)
Het was de eerste keer dat we in deze omstandigeheden in een dubbeldeks trein terecht kwamen. En het viel behoorlijk tegen. Het is te vergelijken met de ruimte waarin fietsen dienen te worden geplaatst. Erin geplaatst zijn twee ongerieflijke klapstoeltjes.

Mijn vrouw vindt het altijd prettig om even uit de rolstoel te kunnen. De Nederlandse Spoorwegen gaat er niet vanuit dat de rolstoelrijder dit zou willen. Dat blijkt uit het feit hoe vol het hok op die manier wordt.
We moesten dit ervaren omdat er al een mevrouw op een van de klapstoelen zat. Ze was hogelijk verbaasd dat we haar kwamen storen en controleerde de treindeuren voor de zekerheid of het pictogram erop stond.
Zuchtend ging ze naast ons staan. Verderop zag ik voldoende vacante plaatsen, maar dit was duidelijk geen optie voor haar. Ze was wat aan de stevige kant en zou niet passen op het standaard meubilair van NS.



Mijn vrouw vond dit zielig en vroeg of ze er niet gezellig bij wilde komen zitten. Dit was niet aan dovemansoren gesproken. Meteen pakte ze een roddelmagazine en we hebben niets meer van haar gehoord.
Andere reizigers vonden het minder prettig: iedereen die langs ons naar het volgende treinstel wilde, moest over mijn vrouw klauteren. Verder was ik onaangenaam getroffen dat de plek naast de wc was. Een paar mannen vonden dat we van hun specifieke geuren moesten genieten en lieten daarom de wc-deur na het verlaten attent open staan.
Gelukkig moest de mevrouw er halverwege uit. Daarna hoefden de passagies die verderop wilden kijken of er nog een plekje was, zich alleen nog maar langs mijn vrouw heen te wringen.



Overstappen in Rotterdam is altijd spannend. Je moet van perron naar perron met een soort goederenlift. Dat mag niet zonder assistentie van bevoegde functionarissen. Die zijn nimmer te vinden en als je ze al ziet en wilt aanspreken, sprinten ze weg. Het spannende van deze lift is, als iemand de deuren niet sluit (moet handmatig) dan gaat de lift niet meer. Deze keer hadden we geluk. Het ging allemaal vlekkeloos.



Op de ferry in Hoek van Holland komen was weer geen punt en er wordt regelmatig assistentie aangeboden. Eigenwijs als ik ben, weiger ik als ik denk het alleen af te kunnen.
Op de ferry viel ons bij het diner een gezelschap op van meer dan 100 Indiase mensen. Er werd zelfs speciaal voor deze mensen gekookt en geserveerd. Later op de avond zouden we ze met zijn allen rond de roulettetafel zien. Twee van hen waren aan het spelen, de rest keek de kunst af.

Wij zijn niet zo van die gokkers, de lotto is me al ruig genoeg. Wij gaan liever in de bar zitten voor een slaapmutsje. Terwijl ik drankjes haalde, was een jochie van een jaar of 10 botsautootje aan het spelen met de benen van mijn vrouw. Het slappe "Wil je dat niet meer doen Keesje!" van de moeder had geen effect. En ach, die moeder voelde er toch niets van.
Gelukkig ging het gezin snel weg en hadden we het rijk even alleen.



Een wat magere vrouw van een jaar of dertig ging naast ons zitten met twee pinten bier. Bij nader inzien was haar gezicht veel ouder; het was verweerd en gegroefd, zoals bij junks. Een klein meisje met een turnpakje aan vroeg voor wie de biertjes waren. In een heel apart dialect van het Engels maakte ze duidelijk dat ze deze allebei zou gaan opdrinken. "Oohoho" zei het kleintje. Moeders was dus ondeugend.
Het kind begon op de glazen wand achter ons te rammen en even later kwam een jochie in pyama een soort kunstjes met het meubilair te doen. Moeder vond dit niks en dus vertrokken de peuters weer naar de andere kant van het glas.



Vanuit mijn ooghoek zag ik een oudere man staan filmen. Er was iets gaande achter het glas. Het jochie had alle meubilair van de kinderhoek op elkaar gestapeld en was een soort trapezekunstjes aan het doen. Het meisje deed intussen een soort paaldansact.
Ze vielen allebei vrij hard, maar gaven geen kick. Door de knal was wel een aldaar gestalde baby wakker geworden. Moeder liet haar biertjes even staan en kwam terug met de kinderwagen. Erin lag de bewuste baby, met gepiercete oortjes. In de verte deed het kind denken aan Wayne Rooney, maar mijn vrouw dacht dat het een meisje was.
De moeder haalde een pak Campina halfvolle melk uit haar weekendtas en vulde het flesje. Het was even wroeten, maar toen de speen eenmaal in het mondje was, werd het ook gelijk stil.



De glazen waren inmiddels leeg en moeder haalde daarom maar weer twee volle. Toen de baby klaar was met drinken verhuisde deze weer naar achter het glas en moeder ging met een glas en een pakje sigaretten naar de rookruimte.
Een vierde kind kwam met de baby terugrijden. Dit kind was een jaar of acht en gekleed als Madonna in haar wildste jaren. Het meisje had duidelijk behoorlijk wat make-up gebruikt. Baby was weer onrustig.
Moeder kwam terug en nam het kindje maar op schoot. De rest kwam poolshoogte nemen. Baby was tamelijk sadistisch en sloeg er lustig op los. Het maakte niet uit welk gezicht in de buurt kwam. Dat was zij snel zat en alle kinderen werden weer in de kinderruimte gezet.



Het bleef een komen en gaan van kinderen en moeder. Die moest nog eens nieuwe biertjes halen en nog een paar keer roken. Inmiddels had de jeugdige Madonna de baby op de grond gelegd en het turnstertje was in de wagen gaan slapen. Andere mensen in de bar begonnen op steeds luidere toon schande van het hele gebeuren te spreken; het was inmiddels kwart voor elf.



Moeder dronk de laatste druppels uit haar zesde pint en sommeerde het grut om met haar mee te gaan. De mensen rondom ons slaakten een zucht toen we de vreemde club zagen verdwijnen. We bleven ze echter horen. Moeder bleek te roken in de rookruimte en de jeugd moest alweer even wachten. Maar na het sigaretje kwam de boel weer in beweging....
Naar de bar: moeder kocht nog twee pinten en stuurde de jeugd voorop. Madonna joeg de rest op en zij volgde met haar bier en sigaretten. Op naar bed!



De volgende morgen werden we zoals gebruikelijk gewekt met "Don't worry, be happy!" Om 5:30 AM!
We bleven nog een half uur tegen het begin van de dag aanhikken en kwamen na een instantkoffie toch op gang. Om 6:30 mag iedereen van boord. Eerst automobilisten en dan de mensen te voet.
Als conditioneerd liep ik zonder aarzelen naar de Hoek van Holland uitgang. Een blik op de patrijspoort maakte natuurlijk al gauw duidelijk dat dit niet goed was.
Dus naar de andere kant gereden.



De groep Indiase mensen vulde de hele gang. Dit gaat even duren, dachten we.
Mis!
Een behulpzame medewerker van de ferry besloot anders. "Wegwezen! Aan de kant!" tetterde hij en we voelden ons als Mozes. De zee week voor ons en wij konden erdoor. Achter ons werd alles afgesloten.
Als eersten waren we bij de douane en we stonden ook als eersten op het perron. We konden een trein eerder nemen dan gewend.
In de trein hebben we nog wat gefilosofeerd over de moeder en haar kroost.



Op Manning Tree moesten we zoals altijd overstappen. We besloten om niet moeilijk te gaan doen, niet de trap op en af. Daarvoor hadden we een functionaris nodig om het spoor te kunnen oversteken.
De kaartjesverkoper (hieronder rechts) alarmeerde de perronmanager (hieronder links). Na het wegfluiten van twee treinen loodste deze ons keurig over. We bezwoeren dat we het verder wel konden redden.



Ook de conductrice bood ons weer hulp aan, maar ook deze hulp hadden we niet nodig.
De rolstoelplek in de 1e klas was snel gevonden. De trein stopt altijd ongeveer op dezelfde plek.
De conductrice kwam nog eens langs toen mijn vrouw op de wc zat. Bezorgd vroeg ze of alles goed was.
En dat was het en zij ging weer verder op zoek naar een kleine Chinees die ze had zien instappen.
Waarschijnlijk zonder kaartje...
=========================================================================

1 comment:

  1. Behulpzaam zijn en goed ook, gebeurt gelukkig dus wel. Heerlijk hè, zulke ouders met zulke kinderen? Hier in Brazilië zijn kinderen de koning. Kun je nagaan...

    ReplyDelete